Castreren of niet?

Ieder hondenbaasje stelt zichzelf vroeg of laat die ene vraag: laat ik mijn hond castreren of niet? We wegen de voor- en nadelen af met dierenarts Kiki Vleeschouwers.

Advertentie

Over castratie gaan er heel wat fabels de ronde. Nochtans is het een belangrijk onderwerp, want je hond al dan niet castreren heeft gevolgen voor zijn of haar gezondheid. Bovendien staat iedereen die een pup koopt op een bepaald moment voor die keuze. Dierenarts Kiki Vleeschouwers van Dierenkliniek VvD zet alle gevolgen van castratie op een rijtje zodat u een weloverwogen beslissing kan maken. 

Castratie sterilisatie

Een eerste misverstand dat we graag de wereld uit helpen, is het foutieve gebruik van de termen “castratie” en “sterilisatie”. ‘Om een of andere reden spreekt men in de volksmond over een gecastreerde reu en een gesteriliseerde teef’, zegt dierenarts Vleeschouwers. ‘Maar dat klopt niet. Ook een teef wordt in de regel gecastreerd.’ Castreren en steriliseren zijn immers twee verschillende ingrepen. ‘Bij een castratie worden de gonaden weggenomen. Dat zijn de organen die geslachtscellen en
–hormonen produceren: bij de reu de teelballen en bij de teef de eierstokken.’ 
Een sterilisatie houdt in dat het dier onvruchtbaar wordt gemaakt. ‘Bij de reu wordt de zaadleider doorgeknipt en bij de teef de eileider. Met andere woorden: het dier blijft zijn geslachtsorganen houden en op hormonaal vlak verandert er niets.’
Een hond kan dus ook worden gesteriliseerd om ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Al gebeurt dat zeer weinig in de praktijk volgens Vleeschouwers. ‘Een van de voornaamste redenen waarom eigenaars hun dier laten castreren, is omdat ze het effect van de geslachtshormonen vervelend vinden. Denk bijvoorbeeld bij teven aan het bloedverlies, het aantrekkelijk zijn voor het andere geslacht en het wegloopgedrag tijdens de loopsheid. Of bij de reu bijvoorbeeld het markeren. Bij een sterilisatie verandert er niets op vlak van gedrag en daarom opteren de meeste eigenaars voor een castratie.’

Niet te snel

In principe kan een reu op elke leeftijd gecastreerd worden. Toch is het niet aangeraden om de ingreep op zeer jonge leeftijd uit te voeren. ‘In de Verenigde Staten heerst tegenwoordig de tendens om reuen al op de leeftijd van drie maanden te castreren’, weet dierenarts Vleeschouwers. Een tendens die nu ook naar lijkt ons over te waaien. ‘Persoonlijk vind ik dit een bizarre trend’, gaat Vleeschouwers verder. ‘Als je kiest voor een castratie, raad ik aan om te wachten tot het dier hormonaal volwassen is. Geslachtshormonen hebben niet enkel een functie op vlak van vruchtbaarheid, ze hebben ook een effect op andere vlakken in het lichaam, zoals de huid, de botten, de blaas et cetera.’ Door te wachten tot die hormonen overal in het lichaam hun werk hebben gedaan, kan de hond zich normaal ontwikkelen. Een reu op zeer jonge leeftijd castreren is overigens niet zonder gevolgen. ‘Het lichaam van zulke reuen krijgt een andere uitbouw: ze zijn slungeliger. Eigenlijk blijven het “grote pups”. Bovendien blijkt dat zulke reuen meer kans maken op het ontwikkelen van prostaatkanker in vergelijking met intacte reuen of reuen die pas op latere leeftijd werden gecastreerd.’

Vacht en vet

Op welk moment je jouw reu ook laat castreren, de ingreep zal sowieso een effect hebben op zijn lichaam. ‘Het metabolisme van een gecastreerd dier verandert’, verklaart Vleeschouwers. ‘De hond heeft minder calorieën nodig en zet makkelijker vet aan. Als eigenaar heb je dat natuurlijk wel in de hand. Je kan overgewicht vermijden door minder voeding te geven.’ Ook de vachtstructuur kan veranderen. ‘Bij de ene reu al wat meer dan bij de andere, dat valt heel moeilijk te voorspellen. Vooral eigenaars van langharige honden merken een verschil.’ 
Castratie kan ook een positief effect hebben op het lichaam. ‘Zo zullen we bijvoorbeeld een castratie voorstellen wanneer een hond geregeld prostaatproblemen heeft. Een goedaardige vergroting van de prostaat komt frequent voor bij honden van alle leeftijden. Door de hond te castreren zal de prostaat verkleinen.’

Geen wondermiddel

Een van de voornaamste redenen waarom reuen gecastreerd worden (naast het voorkomen van ongewenste zwangerschappen) is omdat eigenaars hopen dat de ingreep een effect heeft op het gedrag van hun hond. ‘Castratie kan een hulpmiddel zijn om vervelend gedrag onder de knie te krijgen, maar het is zeker geen wondermiddel! Een dominante hond wordt niet ineens een doetje na de ingreep. Mensen hebben er soms een fout beeld van: ze denken dat een castratie alle gedragsproblemen gaat oplossen. De gevolgen op gedragsmatig vlak zijn echter zeer onvoorspelbaar.’

Chemische castratie

Eigenaars die een castratie overwegen om gedragsmatige issues aan te pakken, raadt Vleeschouwers aan om eerst een chemische castratie uit te testen. ‘Als die chemische castratie niet het gewenste effect heeft, dan heeft een klassieke castratie geen zin.’ 
Een chemische castratie gebeurt door middel van een injectie of een onderhuids ingebracht staafje dat de hormoonproductie in de testikels gedurende een bepaalde tijd gaat stilleggen. ‘Het voordeel van zo’n chemische castratie, is dat deze omkeerbaar is.‘

Vlot herstel

Een castratie bij de reu is een zeer eenvoudige ingreep. ‘Tijdens de operatie blijft de dierenarts uitwendig’, verklaart Vleeschouwers. ‘Er wordt één sneetje gemaakt van maximum twee centimeter, net voor de balzak. Vervolgens masseren we de testikels er een voor een uit, binden we de bloedvaten af, naaien we de tunica (het vlies waar de testikel inzit) dicht en duwen we alles terug.’ 
Uiteraard gebeurt deze ingreep onder volledige verdoving en bestaat er dus altijd een risico op complicaties, al is dat zeer minimaal. ‘Het enige wat kan gebeuren is dat de hond een allergische reactie vertoont op het gebruikte anesthesieproduct. Maar de kans dat dit gebeurt is zeer klein.’
Het herstel na een castratie verloopt vlot. ‘De inwendige draadjes worden door het lichaam verteerd. Dat kan soms gepaard gaan met wat vochtopstapeling in het balzakje. Doorgaans is een reu zeer snel weer de oude.’

Timing is belangrijk

Zoals we al eerder aanhaalden, wordt ook een teef gecastreerd. Opteert de eigenaar hiervoor, dan raadt dierenarts Vleeschouwers aan om de ingreep pas na de eerste loopsheid te laten uitvoeren. ‘Dan krijgen de hormonen de kans om hun werk te doen. Die hormonen zijn belangrijk elders in het lichaam, zoals eerder vermeld. Bij een teef stijgt de kans op incontinentie na castratie. Teven die nog voor de eerste loopsheid gecastreerd worden lopen een nog hoger risico. Het beste moment voor de operatie is wanneer de hond in hormonale rust verkeert: twee à drie maanden na de loopsheid. Dan is de kans op bijwerkingen kleiner.’

Advertentie

Voor de vierde loopsheid

Ook bij een teef kunnen het metabolisme en de structuur van de vacht veranderen na castratie. ‘Ze zetten makkelijker vet aan en de vacht kan meer fluffy worden. En zoals eerder gezegd stijgt de kans op urine-incontinentie op latere leeftijd.’
Toch heeft een castratie bij de teef belangrijke voordelen. ‘Een kleinere kans op het ontstaan van mammatumoren (borstkankers), suikerziekte en baarmoederontstekingen’, verklaart Vleeschouwers. 
‘Om de kans op borsttumoren te verkleinen is het van belang dat de castratie voor de vierde loopsheid plaatsvindt. De reden? Hormonaal gevoelige tumoren gaan dan al precancerinogene cellen ontwikkelen. Hoe vaker die cellen getriggerd worden door hormonen, hoe meer kans dat deze cellen ontaarden in échte kankercellen.’

Minder baarmoederontstekingen

Tegenwoordig kiezen steeds meer eigenaars ervoor om hun teefje te laten castreren. ‘In onze kliniek zijn ongeveer acht op de tien teefjes gecastreerd’, vertelt Vleeschouwers. En dat merkt de dierenarts ook aan het aantal teven dat op oudere leeftijd met baarmoederproblemen kampt. ‘Vroeger waren baarmoederontstekingen schering en inslag in de kliniek. Maar dit komt steeds minder vaak voor.’

Schijndracht

Een teef castreren omwille van ongewenst gedrag? Dat gebeurt zeer zelden. Al is er een uitzondering: schijndracht. ‘Bij een teef die na elke loopsheid schijndrachtig wordt, raden we castratie aan,’ verklaart Vleeschouwers, ‘want dat geeft best wel vervelende symptomen.’

Prikpil

Vooraf valt niet te voorspellen welke gedragsveranderingen een castratie teweegbrengt, net als bij de reu. ‘Soms wordt een teef feller en waakser.’ En ook voor een teef bestaat er een omkeerbaar alternatief: de zogenaamde prikpil. ‘Dat is een injectie die de loopsheid gaat onderdrukken. De prikpil dient ook op het correcte moment in de cyclus te worden toegediend: twee à drie maanden na de loopsheid.’ Dierenarts Vleeschouwers is geen fan van de prikpil. ‘Het is zeker niet iets om op lange termijn te gaan gebruiken, want onderzoek heeft uitgewezen dat de prikpil het ontstaan van baarmoederontstekingen en melkkliertumoren in de hand kan werken.’ 

Snee vs. kijkgaatje

Bij de teef is de operatie iets ingrijpender dan bij de reu, gezien de desbetreffende organen zich in de buik bevinden. ‘De traditionele manier is via een snee in de buik’, stelt Vleeschouwers. ‘Tegenwoordig bestaan er ook minder invasieve technieken. Zo kan je ook kiezen voor een laproscopische castratie: via een klein kijkgaatje. Een teef herstelt dan sneller dan wanneer er voor een klassieke incisie wordt gekozen.’
Als een teefje op relatief jonge leeftijd wordt gecastreerd, worden enkel de eierstokken verwijderd. ‘Bij oudere teven is de baarmoeder soms ook weggenomen als die in slechte staat is. Dan zit je natuurlijk wel met een grotere incisie en een langer herstel.’
Over het algemeen herstellen ook teven snel van de ingreep. ‘Bij een jonge, gezonde hond moet je weinig problemen verwachten.’

Onzin

Zoals we al eerder zeiden, bestaan er veel verzinsels rond castratie. Een van die hardnekkige fabels luidt dat: een teef best eerst een nestje krijgt alvorens ze wordt gecastreerd. ‘Dat is echt flauwekul’, weerlegt dierenarts Vleeschouwers. Ze verklaart waarom dit onzin is: ‘Bij een drachtige hond verloopt de hormonale cyclus op ongeveer dezelfde manier als bij een niet-zwangere hond. Vandaar dat dus het fenomeen schijndracht kan ontstaan. 
De cyclussen lopen zodanig parallel, dus het maakt geen verschil of er nu pups zijn of niet. Trouwens, kinderloze dames zijn toch ook even gezond als vrouwen met kinderen!’

Doordacht beslissen

Castreren of niet? De beslissing ligt nog steeds bij de eigenaar. Dierenarts Vleeschouwers overloopt steeds alle mogelijkheden met de baasjes zodat zij een doordachte beslissing kunnen maken. En met dit artikel hopen we dat u hetzelfde kan doen.

TEKST: Evi Maveau

Schrijf je nu in
voor de nieuwsbrief

En ontvang het allerlaatste hondennieuws rechtstreeks in je inbox.

Winkelwagen
[profilepress-registration id="2"]
[profilepress-login id="2"]