Nu de dagen langer en warmer worden, genieten vele honden van een heerlijke plons in het water. Zwemmen is leuk en gezond, maar toch zijn er een aantal zaken waar je op moet letten als je hond graag een verfrissende duik neemt. Met deze tips is jouw hond dit voorjaar helemaal zwemklaar!
Pootjebaden = batterijen opladen
Na een intensieve training in de hondenclub of een lange dag alleen thuis blijven, kan een heerlijke plons in het water erg ontspannend zijn. Dé manier bij uitstek voor je hond om zijn batterijen op te laden. Relaxerend én goed voor de gezondheid! Want, tijdens het zwemmen zet een hond bijna al zijn spieren aan het werk, terwijl de belasting op de gewrichten minimaal is. Zwemmen is ideaal om conditie op te bouwen, zonder risico op kwetsuren. Zeker voor oudere dieren, honden met artrose of viervoeters met een blessure. Geen wonder dat zwemmen onder de vorm van hydrotherapie vaak deel uitmaakt van het revalidatieproces na een ongeval of operatie. Baantjes trekken in de vijver is een aangename verandering in het bewegingspatroon van honden, dat meestal enkel bestaat uit wandelen, ravotten en apporteren. Op warme dagen is ronddobberen in het water een aangename manier om af te koelen. Veel honden vinden zwemmen ongelofelijk leuk. En als het baasje meedoet? Dubbel zoveel fun!
Fun in het water zonder kater?
Zwemmen staat gelijk aan plezier, maar niet elk water is veilig. Er zijn een aantal zaken waar je op moet letten, als je nadien niet met een kater wil zitten. Check dus vooraf of de kust veilig is.
- Water waar beweging in zit, is het veiligst. Stilstaand water is een broeihaard voor bacteriën. Dode vissen kunnen wijzen op een slechte waterkwaliteit. Springt je hond toch op een onbewaakt moment in zo’n vieze vijver, was hem dan nadien met een speciale hondenshampoo.
- Hevig stromend water is evenmin geschikt voor een rustgevend partijtje plonsplezier. Voor je het weet wordt je hond meegevoerd door de stroming. Of erger nog: dreigt hij te verdrinken.
- In het water springen is één ding. Er weer uit geraken is een andere zaak. Inspecteer vooraf of de oevers niet te steil zijn, zodat je niet Baywatchgewijs je hond uit de sloot moet redden. Let ook op scherpe of gladde stenen aan de oever. Die kunnen valpartijen of snijwonden veroorzaken.
- Bedenk vooraf of je al dan niet de halsband of het tuigje van je hond uitdoet. Laat je hem mét halsband zwemmen, dan kan hij vastraken in planten of takken. Doe je het uit en raakt je hond in de problemen, dan wordt het moeilijker om hem al spartelend uit het water te vissen.
- Laat je hond niet zwemmen in de buurt van sluizen of op plaatsen waar veel boten passeren. Levensgevaarlijk!
- Houd afstand van vissers. Een gezellig namiddagje vissen wordt een pak minder ontspannen wanneer een luid hijgende hond wild in het water plonst en alle vissen wegjaagt. Of wanneer hij de aasemmer leegsmult. Bovendien kan je hond verstrikt geraken in de vislijnen.
Niet elke hond is een waterrat
We zijn geneigd te denken dat elke hond van nature kan zwemmen. Hoewel sommige viervoeters echte “zeehonden” lijken, is lang niet elke hond een geboren zwemkampioen. Sommige honden hebben zwemlessen nodig. Een hond die nog nooit heeft gezwommen, gooi of duw je niet zomaar in het water. Een negatieve ervaring kan ervoor zorgen dat je hond nooit of te nimmer nog wil pootjebaden. Kies voor de eerste zwemervaringen een plek met een aflopende oever aan. Trek zelf je zwempak aan en moedig je hond enthousiast aan om je in het water te volgen. Ga steeds dieper tot je hond niet meer kan staan en dan zal hij automatisch zwemmen. Onzekere dieren kan je letterlijk en figuurlijk “ondersteunen” door je hand onder de buik te leggen. Honden zijn copycats. Wanneer ze merken dat een soortgenootje heel veel plezier heeft in het water, zullen ze er sneller zelf in duiken. Lukt het toch niet om je hond te leren zwemmen? Breng dan een bezoekje aan een gespecialiseerd hondenzwembad of een centrum voor hydrotherapie. Het personeel daar is speciaal opgeleid om honden te begeleiden bij hun eerste “stapjes” in het water.
Sommige viervoeters zijn door hun lichaamsbouw minder geschikt om te zwemmen. Vooral honden met een korte snuit, een groot hoofd, een robuust lichaam en korte poten hebben moeite het hoofd boven water te houden. Rassen als de Engelse buldog, de mopshond, de Franse buldog, de bull terriër en de basset hound doe je best een zwemvest aan. Ook honden met erg lange haren kunnen moeilijkheden ondervinden, omdat hun vacht in het water loodzwaar wordt.
Zwemfun!
Veilig water? Je hond kan zwemmen? Dan hoeft niets jullie nog tegen te houden om samen te genieten van een lente vol zwemfun! Maak het extra leuk en gooi een tennisballetje of een drijvend speeltje in het water. Veel (zwem)plezier!
